Het monument bij de Bartjesbrug
Angst en spanning rond Oene – de vliegtuigcrash op 22 juni 1944 en wat erna gebeurde
In 1944 werden er dagelijks bombardementen op Duitsland uitgevoerd door Engelse Lancaster bommenwerpers. Eén ervan kwam brandend in het Oenerbroek aan de grond. Een motor was kapotgeschoten door een Duitse jager. Het vliegtuig werd onbestuurbaar en stortte neer.
Twee bemanningsleden kwamen om: Shorter en Lane. Zij liggen op het kerkhof aan de Tongerenseweg in Epe begraven.
Twee anderen verlieten al voortijdig het vliegtuig (Hayes en Beresford). Zij werden gevangen genomen en naar Polen gebracht in krijgsgevangenkamp Stalag Luft.
Vier mannen konden met hun parachute in het Oenerbroek het vliegtuig tijdig verlaten (Blakemore, Cole, Ingram en Craven). Zij vluchten snel weg en doken onder. Piloot Cole werd in Nijbroek al spoedig overgedragen aan de politie en krijgsgevangen genomen door de Duitsers. Ingram dook onder in Apeldoorn. Hij werd verraden en door de Sicherheits Dienst gefusilleerd op 2 oktober 1944. Hij is begraven op Heidehof in Ugchelen. Twee anderen (Blakemore en Craven) zwierven over de Veluwe bij diverse onderduikadressen o.a. 'Het verscholen Dorp'. Zij kwamen via de Biesbosch en inmiddels bevrijd Brabant na acht maanden veilig in hun vaderland terug.
Bij de crashplaats is op 22 juni 2009 (na 65 jaar) een monument opgericht en nog elk jaar herdenken de beide scholen in Oene deze crash. Opdat wij niet vergeten hoe erg oorlog is en wat vrijheid betekent. Lees het boek “Angst en spanning rond Oene – de vliegtuigcrash op 22 juni 1944 en wat erna gebeurde”, geschreven door Teunis Nooteboom en Jan Kiesbrink.
Herdenkingsmonument van het bombardement aan de Eperweg, Oene
De vijf bange oorlogsjaren 1940-1945 is Oene tot drie weken voor de bevrijding goed doorgekomen. Er was voldoende eten. Wel waren er Duitsers in de scholen ingekwartierd, maar de bevolking bleef er gelaten onder.
Leerlingen kregen les bij de meester of juf thuis. Er was geen oorlogsgeweld in het dorp. Boeren deden hun werk tot de fatale datum van 22 maart 1945: het bombardement op Oene. U leest het in het volgende artikel.
Bomscherven uit winkel Westerink, Horthoekerweg, Oene
Omslag van het boek: 'Bombardement op Oene – 22 maart 1945'
Een ander ingrijpend gebeuren was het bombardement op Oene op 22 maart 1945, slechts drie weken voor de bevrijding. Vijf Amerikaanse Marauder bommenwerpers kozen als bewust doel de wegen in het centrum van Oene, waar zes wegen samenkomen, om de Duitse bezetter daar de terugtocht te blokkeren. Er vielen 15 doden en meer dan 25 gewonden in het dorp. Er was veel schade aan de huizen. Voor het kerkhof aan de Eperweg staat het herdenkingsmonument.
Jaarlijks bij de dodenherdenking op 4 mei worden voor dit monument kransen en bloemen gelegd door veel inwoners van Oene. Op de Oener scholen wordt er aandacht aan besteed. Lees het boek “Bombardement op Oene – 22 maart 1945, verklaring militair doel, slachtoffers, schade en verhalen”, geschreven door Jan Kiesbrink en Teunis Nooteboom (ISBN-nr.: 978-90-823501-0-4). In het museum is van de oorlogsgeschiedenis van Oene een vitrine ingericht van de vliegtuigcrash en ook van het bombardement op Oene. In de vitrines ziet u voorwerpen, documenten en foto’s.
Bovenstaande teksten zijn geschreven door Jan Kiesbrink.
Het Oorlogsmonument bij de Algemene Begraafplaats aan de Eperweg te Oene
Bron: 'Bombardement op Oene 22 maart 1945',
Jan Kiesbrink en Teunis Nooteboom, 2015
Verhaal voorgelezen door mevr. Dina Dijkhof-Kamphuis bij dodenherdenking 4 mei 2018:
"Ik ben Dina Dijkhof, geboren Kamphuis. Ik ben nu 89 jaar en heb de oorlog als tiener heel bewust meegemaakt.
De meeste indruk heeft het bombardement op Oene op 22 maart 1945 op mij gemaakt. Ik was op dat moment 17 jaar en woonde samen met mijn moeder, mijn vader was al overleden, in een boerderijtje aan de Dorpsstraat, op de plek waar later Peter Dalhuisen woonde.
Het was een stralende voorjaarsdag en ik was samen met een kennisje wilgenkatjes aan het plukken aan de Kruisstraat toen er vliegtuigen hoog over vlogen. Dit was niet vreemd; het was immers oorlog. Opeens hoorde ik een huilend geluid en verschrikkelijke knallen. Toen ik snel richting ons huis liep, leek het alsof het hele dorp was verwoest. Het was één grote stofnevel. Bij het teruglopen naar huis zag ik overal zwaar gewonde mensen liggen aan de Deventerweg en op het land van Nijenhuis waar de jongens van Sterken die middag aan het ploegen waren. Ik was erg angstig en bang dat mijn moeder ook slachtoffer was. Onderweg naar huis kwam ik haar gelukkig tegen. Zij was erg overstuur en op zoek naar mij. Ons huis was zwaar beschadigd. Alle ramen waren eruit en de gevel was helemaal gehavend. In de woning lag mijn nichtje Gerrie de Wilde in de wieg. Zij zat helemaal onder het stof, maar mankeerde gelukkig niets. Haar opa Gerrit Jan de Wilde, die op bezoek was, was wel dodelijk getroffen door de bommen. Mijn moeder ging naar de buren Booneman, waar mevrouw Booneman zwaar gewond was en haar zoontje Wim gedood was door de bomscherven. Heel veel mensen die ik kende waren overleden, zoals drie broers Sterken en het zoontje van schoenmaker Tenkink.
Het is een wonder dat ik deze ramp heb overleefd. Daar mogen we alleen de Heere dankbaar voor zijn. Deze gebeurtenissen hebben mij enorm aangegrepen en ik zie alles zo weer voor mij.
Wij mogen dankbaar zijn dat we dit nooit meer hebben meegemaakt en in vrede kunnen leven."